Uitleg composteren, hoe doen we dit op de Gordelwegtuinen?

compost-fotoWat is composteren?
De meeste mensen nemen een moestuin omdat het mooi is om te zien hoe uit een zaadje prachtige bloemen en groenten opgroeien. Voor sommigen is het back-to-basic, d.w.z. zelfvoorzienend voor groenten. Wat je beweegreden ook moge zijn, bij moestuinieren komt afval vrij. Dat kan zijn onkruid, of mislukte, overtollige en doorgeschoten groenten, of gewoon groenteafval. Dat organische “afval” is de grondstof voor compost. En compost is nog steeds organisch materiaal dat op zijn beurt wordt gebruikt als grondverbeteraar en als mest. Het is een mooie en natuurlijke kringloop op de moestuin.

Hoe gaat composteren in zijn werk?
Composteren doe je in een compostbak en is een natuurlijk proces, waarbij in eerste instantie vooral bacteriën en schimmels, en verder in de tijd ook bijvoorbeeld insecten(larven), wormen en slakken het “tuinafval” omzetten in compost. Dat gaat het beste bij een juiste verhouding van houtig materiaal, waarin veel koolstof (een energiebron) en bladmateriaal waarin veel stikstof (een voedingsstof) in de composthoop èn de aanwezigheid van zuurstof. Normaal gesproken heeft het overtollige materiaal dat van de tuin afkomt een goede verhouding tussen koolstof en stikstof. Als er al van een van de twee een tekort is dan is dat koolstof.

Stengels van veel gewassen verhouten in de loop van hun groeitijd. Denk aan grasachtigen (stro) en de stengels van koolsoorten. Zo kom je aan je koolstof. Sommige composteerders nemen het zekere voor het onzekere en voegen geregeld wat koolstof in de vorm van houtsnippers toe aan de composthoop. Houtsnippers zijn vanwege hun geringe omvang goed aan te pakken, wat met (lange) takken, laat staan boomstammen niet het geval is.

Maar normaal gesproken vormt het tuinafval de ideale schijf van vijf voor bacteriën en schimmels. Onder deze ideale omstandigheden zullen vooral de bacteriën bij de omzetting (ofwel verbranding) van het organisch materiaal energie in de vorm van warmte produceren. Dat heeft als prettige bijkomstigheid dat de met het tuinafval op de composthoop terechtgekomen onkruidzaden worden gesteriliseerd. Dat betekent net als bij de sterilisatie van mannen dat je dan geen last meer hebt van dat zaad. Let op: geen garantie, want de ideale composteringsproces wordt in onze compostbakken bijna nooit bereikt.

De Nutstuinvereniging Gordelwegtuinen is sinds een paar jaar een vijftal compostbakken rijk: 2 op West, 2 op Midden en 1 op Oost. Ze worden bijgehouden door de compostgroep.

Een compostbak heeft 3 vakken naast elkaar. Eén uiteinde is het stortvak. Het ander uiteinde is het eindvak. Uit het eindvak schep je de compost. Het eindvak herken je aan de zeef die er naast staat. Als je compost wilt gebruiken voor je tuin, zet je een kruiwagen onder de zeef en gooi je compost op de zeef om zo de grove delen uit de compost te zeven.

Je tuinafval kun je kwijt in het stortvak. Dat is het begin van het proces. Als het stortvak vol is zet de compostgroep de inhoud over in het middenvak. Dit gebeurt niet alleen om het stortvak weer vrij te maken, maar het omzetten van het materiaal bevordert ook het composteringsproces, omdat je zuurstof toevoegt. Is het stortvak na verloop van tijd weer vol, dan wordt eerst de inhoud van het middenvak omgezet naar het eindvak en daarna de inhoud van het stortvak omgezet naar het middenvak. Het stortvak komt hierdoor weer vrij.

Wat doet de compostgroep?
De compostgroep bestaat uit 8 personen. Het is hun taak om van tijd tot tijd de inhoud van een vak om te zetten naar een volgend vak en de ruimte rondom de compostbakken schoon te houden. Dat laatste is belangrijk omdat het onkruid soms zo hoog staat dat je de compostbak of de zeef niet meer kunt vinden. Het omzetten van de inhoud van een vak naar een ander vak valt in de categorie zwaar werk. Dat spaart een sportschoolabonnement uit en je mag eerder met pensioen.

Van compostgroepleden wordt verwacht dat ze, net zoals andere leden dat doen met deelname aan de tuindagen, per jaar zo’n 3 x 3 uur besteden aan het onderhoud. In de compostgroep zitten vooral leden die juist in het weekend, als de tuindagen zijn, moeten werken.

Eén van de compostgroepleden gaat zich richten op de communicatie. Misschien heb je gemerkt dat bij sommige compostbakken borden staan met een soort van gebruiksaanwijzing van de bakken. Misschien heb je ook gemerkt dat die borden er wat haveloos uit zien. Welnu, dat willen we verbeteren. Er zal duidelijk in de vorm van afbeeldingen worden aangegeven wat wel en vooral niet op de composthoop mag. Ook zijn we er bij gebaat dat het voor iedereen duidelijk is wat het stortvak is, want soms gooit men het tuinafval in een ander vak en daar zijn we dan extra mee aan het heen en weer gooien, zoals bij de compostbak naast het tuinhuis, waar we op een tegelplatje tijdelijk materiaal hebben moeten neerleggen.

De compostgroep loopt in haar werk tegen verschillende dingen aan.

Er zijn tuinders in  onze vereniging die de compostbakken beschouwen als afvalbakken. Wat treffen we aan? Plastic naambordjes van AH-moestuintjes, plastic, glas, drankblikjes, afvalhout, bamboestokken, stalen pinnen en buizen, stukken net en worteldoek, afgedankte (?) broodtrommels …….. En dan vraag ik u af mijnheer Sonnenberg: waar is het fatsoen gebleven?

Het omzetten van de vakken wordt erg bemoeilijkt door lange, dikke takken en houtafval. Een geringe hoeveelheid houtig materiaal is goed voor de compostering, maar dat moet dan wel fijn zijn. Voor een bacterie is een halve boomstam, laat staan een behandelde tuinplank toch wel een maatje te groot en de compostgroep heeft de ervaring dat zo’n tak/plank de omzetting tussen vakken bemoeilijkt, omdat zo’n lange tak gewoon altijd dwars ligt. Dus gooi takken op de takkenrillen die op verschillende plekken op de Gordelwegtuinen aanwezig zijn. En gooi daar ook je afgedankte maïsstengels bij. Dus niet op de composthoop, want de houtige stengel van maïs is voor een bacterie als een soort hardhout en daar weten de bacteriën geen raad mee.

Wat ook op de composthoop vermeden moet worden is resten van zieke planten. Het meeste kans daarop heb je bij tomaten en aardappelen. Tomaten en aardappelen behoren tot de familie van de nachtschadeachtigen. Ze zijn erg gevoelig voor een schimmel genaamd Phytophthora, ook wel bekend als aardappel- en tomaatziekte. Door besmette plantenresten van nachtschadeachtigen, waartoe ook paprika en aubergine behoren, op de composthoop te gooien, houdt je de aanwezigheid van de ziekte op de Gordelwegtuinen dus eigenlijk in stand. Dit afval dus in de kliko stoppen.

Tuinafval is organisch materiaal en compost is dat ook. Bacteriën leven van organisch materiaal in tuinafval en zetten dit om in ander organisch materiaal, dat we compost noemen. Compost is wel een grondverbeteraar, maar niet hetzelfde als grond. Grond bestaat veelal uit bijvoorbeeld klei en zand. Dat zijn mineralen, dat is niet-organisch materiaal. Bacteriën kunnen niet van mineralen leven. Daarom is veel grond op de composthoop niet bevorderlijk voor de compostering. Dus klop de grond zoveel mogelijk van je tuinafval af en gooi geen plaggen op de composthoop. Je tuintje plaggen en de plaggen op de composthoop gooien is erg verleidelijk als je tuin overwoekerd is met gras. S.v.p. niet doen. Beter is om de plaggen omgekeerd op de tuintje te leggen (dit kun je spitten noemen) en een  of twee weken wachten. Zeker als het droog weer is zullen de planten in de plaggen afsterven.

Ik hoop dat door het schrijven van dit stukje duidelijk is hoe composteren werkt, wat de compostgroep er voor doet en hoe je een goede kwaliteit compost kunt krijgen. Want daar wordt een moestuinder blij van toch?

Eelke Tuinstra, lid compostgroep

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.